Na een late aankomst op donderdagavond, begon vrijdagochtend meteen het grote avontuur dat we zelf maar Operatie Klusvakantie zijn gaan noemen. Martijn had de twijfelachtige eer om aan de laptop te kruipen voor een dag vol thuiswerk – heldhaftig typend voor team bureaustoel. Annette had een ander strijdtoneel: binnenhuisrenovatie. Het behang, ooit liefdevol aangebracht door mijn ouders, moest eraan geloven. Met een plamuurmes in de ene hand en vastberadenheid in de andere, maakte ze korte metten met de muurdecoratie. Structuurverf, dat moest het worden. Structuur móet er zijn.
Na het behang-debacle volgde een confrontatie met het slaapkamerplafond. Niet romantisch, wel memorabel. Want samen een stofwolk inademen? Dat is óók quality time. ’s Avonds deden we een superfanfare van de supermarkt, aten alsof we een sterrenteam waren, wandelden met Yra die gelukkig nog steeds meer energie had dan wij, en sloten af met een aflevering van De Verraders. Want spannend plafond of niet – de echte intrige is op televisie.
Zaterdag sliepen we uit als olympische kampioenen en ontbeten op een tempo dat vakantiewaardig was. De dag begon met een heroïsche grasmaaisessie – het gras was ons niks schuldig, maar kreeg toch de volle laag. Daarna: zon, croissantjes, en plots een gevoel van ontdekkingsdrang. Dus: abdijjacht!
De zoektocht verliep minder gesmeerd dan gehoopt. Abdijen bleven onvindbaar, maar een roedel nieuwsgierige vossen maakte veel goed. Uiteindelijk belandden we in Chaumont voor een brug die de term “imponerend” opnieuw definieerde, en via een spontane omweg (inclusief waterval-hike) bij de Abbaye de Trois-Fontaines. Een abdij zó groot dat we nóg een wandeling eraan vastplakten, uit pure middeleeuwse bewondering.
Op de terugweg kwam er nog een missie binnen: appelsap voor Desley. Geen probleem – wij draaien onze hand niet om voor een extra queeste. Missie geslaagd, avond afgesloten met eten, TV en de rust van ware abdijverkenners.
Zondag werd een dag van huiselijke glorie: grote schoonmaak. De slaapkamers werden onder handen genomen, kussens opgeschud alsof we ze wilden temmen, en de rest van het huis kreeg een frisheidsinjectie. Martijn vluchtte naar de voortuin met tuinhandschoenen en heg-intimidatieblikken, terwijl Yra assisteerde met morele steun.
Na al dat zwoegen trakteerden we onszelf op eten, zon, en een licht geroosterd huidje in de tuin. Maar stilzitten is niet ons sterkste punt, dus hup: de auto in naar La Mothe voor wat avontuur-met-cultuur. De terugweg? Binnendoor. Want wie heeft er navigatie nodig als je ook lekker eigenwijs kunt zijn?
Eenmaal thuis viel de vermoeidheid als een dekentje over ons heen. Annette deed een powernap (“heel even liggen”, u kent het wel – drie uur later…), en we sloten de dag af met een laatste diner en een verstandige bedtijd. Morgen weer richting huis, opgeladen met spierpijn, herinneringen, en een huis dat schoner is dan ooit.